Groepstherapie
Groepstherapie is therapie in groepsverband. Een beperkt aantal deelnemers, vaak acht tot tien, vormt een therapiegroep die regelmatig bij elkaar komt. Meestal is er één keer per week een bijeenkomst die twee tot drie uur kan duren. Evenals individuele therapie richt groepstherapie zich op het verminderen van gezondheidsklachten, maar ook op bewustwording, persoonlijke groei, zelfontdekking en zelfontwikkeling, of op bevrijding van irrationele en zelfbeperkende gedachten, gevoelens en gedragingen.
In groepstherapie spelen niet alleen de patiënt en de therapeut, maar alle groepsleden een rol. Met het gegeven dat de therapie plaats vindt in en met een groep, werkt iedereen wel aan zijn of haar eigen problemen. Omdat alle deelnemers hun eigen persoonlijkheid, levensgeschiedenis en problemen meebrengen, reageren zij ieder op een eigen specifieke wijze op de ander, hetgeen voor iedereen een actief en leerzaam proces kan zijn.
Er wordt gesproken over de klachten van patiënten en mogelijke oplossingen worden onderzocht. Oplossingen en oefeningen die bij individuele therapie aan bod komen, kunnen ook in groepstherapie deels worden toegepast.
Groepsleden kunnen als voorbeeld voor elkaar dienen en elkaar steunen.
In groepstherapie staat de interactie tussen de verschillende groepsleden centraal. Deze interactie kan voor een zekere spanning zorgen: steun en veiligheid worden afgewisseld met confrontatie en kwetsbaarheid. Dergelijke positieve spanning kan bijdragen aan het therapeutisch effect. Het positieve effect van de therapie neemt toe naarmate de therapiegroep hechter wordt.
Tijdens de therapie sessies neemt de therapeut soms een leidende, soms een terughoudende positie in. De therapeut zorgt ervoor dat iedere patiënt zijn of haar eigen klacht kan inbrengen. Soms ook stuurt de therapeut het gesprek en geeft oefeningen waarmee patiënten nieuwe gedragsvormen en gedachtenpatronen kunnen aanleren. Toch staat ook dan de interactie tussen de groepsleden centraal.